PESACH (PAASFEEST)

Hoofdstuk 5

De Tijd van het Joodse Paasfeest (Pesach) Begrijpen 

God verklaarde het Joodse Paasfeest (Pesach) tot een blijvend feest voor eeuwig (Exodus [Shemot] 12:2,6,13-14). Historisch viert het Joodse Paasfeest (Pesach) Gods bevrijding van de kinderen van Israël uit de slavernij in Egypte (Mitzrayim), waar ze slaven van de Egyptenaren waren (Exodus [Shemot] 2:23-24, 6:5-8; 13:3,14).

De geestelijke toepassing die God wil dat wij begrijpen is deze: Egypte (Mitzrayim) is een type van de wereld en het wereldsysteem. Zijn heerser, Farao, was een type van Satan (Ha satan). De gebondenheid, waarin mensen zitten wanneer zij volgens de wegen van het wereldsysteem leven, is zonde (Johannes [Yochanan] 8:34 "Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een iegelijk, die de zonde doet, is een dienstknecht der zonde").

Historisch werden de kinderen van Israël bevrijd uit de slavernij in Egypte (Mitzrayim) door het bloed van een lam op de deurposten van hun huizen aan te brengen (Exodus [Shemot] 12:2,6,13).

Geestelijk is dit een beeld van de Messias Yeshua en hoe zij die in Hem geloven worden verlost uit de slavernij van de zonde en de heerschappij van satan (Ha satan) in hun leven. Yeshua is het Lam van God (Johannes [Yochanan] 1:29). Yeshua is ook ons Pascha (Pesach) (1 Korintiërs 5:7). Degenen die Yeshua navolgen zijn het huis van God (Hebreeën 3:6; 1 Petrus [Kefa] 2:5). De deurposten zijn onze harten. Het is slechts door middel van te vertrouwen door geloof (emunah) in het vergoten bloed van Yeshua (Jezus), ons Pascha (Pesach), dat we vrij van de slavernij van de zonde zijn (Galaten 4:3-5,9; 5:1; 2 Petrus [Kefa] 2:19). Dit komt omdat het bloed van Yeshua ons van de zonde verlost (Leviticus [Vayikra] 17:11, Efeziërs 1:7; Kolossenzen 1:14; 1 Petrus [Kefa] 1:18-19, 1 Johannes [Yochanan] 1:7; Openbaring 1:5).

Tijdens het Joods paasfeest (Pesach), moest het hoofd van elk gezin op de tiende dag van de eerste maand bekend als Nisan een éénjarig lam nemen en het tot de veertiende dag van de andere afzonderen (Exodus [Shemot] 12:3-6) . In de avond van de veertiende dag, precies om 3:00 uur, moest het lam gedood worden (Exodus [Shemot] 12:6). Het bloed van het lam moest worden gesprenkeld op de bovendorpel en twee zij kanten van de huisdeur. Het lam moest worden gebrand met vuur, met bittere kruiden, en met ongedesemd brood, en het hele huishouden moest feesten op het lichaam van het lam (Exodus [Shemot] 12:7-8). Het volk werd van God opgedragen om het lam met haast te eten en te worden aangekleed en klaar te zijn om Egypte (Mitzrayim) te verlaten op het middernachtelijk uur. Dit zou de vijftiende dag van Nisan (Exodus [Shemot] 12:10-11).

Om middernacht op die noodlottige avond in Egypte, trok de dood door het land heen. Ieder huis dat niet het teken van het bloed op de deurposten en de latei had, onderging het oordeel van God (Exodus [Shemot] 12:12-15). Het Hebreeuwse woord voor Pascha is Pesach, wat "voorbijgaan of overheen zweven" betekent. Dit woord spreekt ons over twee dingen. In de eerste plaats toont het de overgang van oordeel van dood en zonde naar leven in Yeshua. Ten tweede spreekt het ons van door het geloof (emunah) het bloed van Yeshua toelaten om over onze levens te zweven en ons goddelijke bescherming tegen de boze (Ha satan) te geven.

Gods Geboden (Mitzvot) voor het Pascha (Pesach)

1. Pascha was het begin der maanden (Exodus [Shemot] 12:2).

Geestelijke Toepassing (Halacha). Nisan is de eerste maand van de religieuze kalender. Yeshua in ons leven ontvangen, is het begin van een Nieuw Verbond (Brit Hadashah) relatie met God (Jeremia [Yermiyahu] 31:31-33 "Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israel en met het huis van Juda een nieuw verbond zal maken; 32 Niet naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb, ten dage als Ik hun hand aangreep, om hen uit Egypteland uit te voeren, welk Mijn verbond zij vernietigd hebben, hoewel Ik hen getrouwd had , spreekt de HEERE;33 Maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israel maken zal , spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. "; Johannes [Yochanan] 3:5-7 "Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan . 6 Hetgeen uit het vlees geboren is, dat is vlees; en hetgeen uit den Geest geboren is, dat is geest. 7 Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden.", Romeinen 6:1-4 "Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worde? 2 Dat zij verre. Wij, die der zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven? 3 Of weet gij niet, dat zovelen als wij in Christus Jezus gedoopt zijn, wij in Zijn dood gedoopt zijn? 4 Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden. ". 2 Korintiërs 5:17 "Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden. "). Het Pascha is het eerste der feesten. Zo is ook het bekeren van onze zonden (Teshuvah) en het geloof in het vergoten bloed van Yeshua onze eerste stap in onze wandel (halacha) met God.

2. Het lam werd gedurende vier dagen verborgen (Exodus [Shemot] 12:3,6).

Messiaanse Vervulling. God gebood Israël om op de tiende Nisan een lam te nemen en het apart te zetten tot de veertiende dag. Deze vier dagen werden vervuld door Yeshua tijdens de Pascha (Pesach) week. Onthoud, Yeshua is het Lam van God (Johannes [Yochanan] 1:29 "Des anderen daags zag Johannes Jezus tot zich komende, en zeide : Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt! "). Hij kwam in Jeruzalem (Yerushalayim) en ging naar de tempel (Beit HaMikdash), dat het huis van God was, en toonde zich daar vier dagen, van 10 tot 14 Nisan, aan het publiek (Mattheüs [Mattityahu] 21:1 "En als zij nu Jeruzalem genaakten, en gekomen waren te Beth-fage, aan den Olijfberg, toen zond Jezus twee discipelen, zeggende tot hen,9-12 En de scharen, die voorgingen en die volgden, riepen, zeggende: Hosanna den Zone Davids! Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste hemelen! 10 En als Hij te Jeruzalem inkwam, werd de gehele stad beroerd, zeggende : Wie is Deze? 11 En de scharen zeiden: Deze is Jezus, de Profeet van Nazareth in Galilea.12 En Jezus ging in den tempel Gods, en dreef uit allen, die verkochten en kochten in den tempel , en keerde om de tafelen der wisselaars, en de zitstoelen dergenen, die de duiven verkochten,17-18 En hen verlatende, ging Hij van daar uit de stad, naar Bethanie, en overnachtte aldaar. 18 En des morgens vroeg, als Hij wederkeerde naar de stad, hongerde Hem.,23 En als Hij in den tempel gekomen was , kwamen tot Hem, terwijl Hij leerde , de overpriesters en de ouderlingen des volks, zeggende: Door wat macht doet Gij deze dingen? En Wie heeft U deze macht gegeven?; 24:1 En Jezus ging uit en vertrok van den tempel; en Zijn discipelen kwamen bij Hem, om Hem de gebouwen des tempels te tonen. ,3 En als Hij op den Olijfberg gezeten was , gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk zal het teken zijn van Uw toekomst , en van de voleinding der wereld?; 26:1-5 En het is geschied, als Jezus al deze woorden geeindigd had, dat Hij tot Zijn discipelen zeide: 2 Gij weet, dat na twee dagen het pascha is, en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden, om gekruisigd te worden. 3 Toen vergaderden de overpriesters en de Schriftgeleerden, en de ouderlingen des volks, in de zaal des hogepriesters, die genaamd was Kajafas; 4 En zij beraadslaagden te zamen, dat zij Jezus met listigheid vangen en doden zouden.5 Doch zij zeiden: Niet in het feest , opdat er geen oproer worde onder het volk. ").

Eschatologisch: deze vier dagen dat het lammetje verborgen was, zijn profetisch de verwachtingen van het volk dat de Messias 4000 jaar vanaf de schepping van Adam zou komen als onderdeel van het 7000 jaar plan van God om zowel de mens als de aarde terug te brengen naar hoe de dingen in de Tuin van Eden (Gan Eden) waren (Misjna, San Hedrin 97-98). Deze vier dagen betreffen profetisch Messias Yeshua voor de wereld verborgen en gedurende vier dagen of 4000 jaar vanaf de schepping van Adam niet naar de aarde komt. Een dag wordt verstaan als profetisch duizend jaar, gebaseerd op Psalm (Tehillim) 90:4 en 2 Petrus (Kefa) 3:8. Psalm 90:4 met elke dag van de schepping verbindend, verordende God dat elke dag van de schepping profetische duizend jaar lang zou zijn en dat het 7000 jaar zou duren om de hele verlossing te voltooien vanaf de val van de mens in de Hof van Eden (Genesis [Bereishit ] 1:1,5,8,13,19,23,31; 2:1-3).

3. Op het lam mocht niets aan te merken zijn (Exodus [Shemot] 12:5).

Messiaanse Vervulling. Yeshua was het Lam van God (Johannes [Yochanan] 1:29) zonder vlek of smet (1 Petrus [Kefa] 1:18-20). Tijdens de kruisigingsweek werd Yeshua ter vervulling van deze Schrift door velen ondervraagd, waaronder:

a) De overpriesters en oudsten (Mattheüs [Mattityahu] 21:23)

b) Pilatus (Mattheüs [Mattityahu] 27:1-2,11-14,17-26)

c) Herodes (Lukas 23:6-12)

d) Annas, de hogepriester (Cohen HaGadol) (Lukas 3:2; Johannes

(Yochanan] 18:13,24)

e) Kajafas, de hogepriester (Johannes [Yochanan] 11:49-53; 18:13-14,19-

24,28)

f) Judas (Mattheüs [Mattityahu] 27:3-10)

g) De honderdman (Mattheüs [Mattityahu] 27:54)

h) De berouwvolle dief (Lucas 23:39-43).

Wanneer we Yeshua onderzoeken, moeten we ook concluderen dat Hij zonder vlek of smet was.

4. Het lam was van het eerste jaar (Exodus [Shemot] 11:4-7; 12:5).

Geestelijke Toepassing (Halacha). God maakt altijd onderscheid tussen de gelovigen en de wereld (Exodus [Shemot] 12:29-30). Dit is te zien in de voorbeelden die volgen. De eerstgeborene van zowel mens als dier moesten apart gezet en aan God worden gegeven (Exodus [Shemot] 13:2,11-13). Het thema van de eerstgeborene gaat door de hele Bijbel heen. Kaïn was opzij gezet voor Abel (Genesis [Bereishit] 4:1-8); Ismaël voor Isaac (Yitzchak) (Genesis [Bereishit] 16:1,11-12,15; 17:17-19); Ezau voor Jacob (Ya'akov) (Genesis [Bereishit] 25:19-26, Romeinen 9:8-13) en Egypte (Mitzrayim) voor Israël.

Geestelijk: God gaf ons deze voorbeelden om ons te leren dat de eerstgeborene naar het vlees (dat wat natuurlijk is) gereserveerd is om de eerstgeborene naar de geest voort te brengen (dat wat geestelijk is). In dit proces, maakt God onderscheid tussen de eerste of de natuurlijke geboorte en de tweede of geestelijke geboorte. De eerste geboorte bestempelt ons als zondaars en de tweede geboorte maakt ons tot gelovigen en kinderen van God (Johannes [Yochanan] 1:12; 3:1-7, Romeinen 9:8-13, 1 Korintiërs 15:22; 15:45-47).

Messiaanse Vervulling. Yeshua was natuurlijk de eerstgeborene van Maria (Miryam), en geestelijk de eerstgeborene van God (Mattheüs [Mattityahu] 1:21-25, Romeinen 8:29; Kolossenzen 1:15,18; Openbaring 3:14).

5. Een mannelijk (Exodus [Shemot] 12:5).

Geestelijke Toepassing (Halacha). Het was door de zonde van één mens dat de zonde in de wereld kwam (Romeinen 5:12; 1 Timotheüs 2:12-14). Omdat Adam, de eerste man, zondigde, moest dus een man, Yeshua, sterven om voor die zonde te boeten (Romeinen 5:17-19).

6. Een lam voor een huis (Exodus [Shemot] 12:3-4).

Geestelijke Toepassing (Halacha). Gods bedoeling was dat allen (huishoudens) redding ervaren. Het lam was een lam voor het huis. Door in de Messias Yeshua te geloven, worden we de leden van het huishouden van geloof (Galaten 6:10; Efeziërs 2:19). Redding voor een huishouden is voor allen beschikbaar die in de Messias geloven, Yeshua, het Lam van God (Genesis [Bereishit] 7:1; 18:16-19; Joshua [Yehoshua] 24:15, Johannes [Yochanan] 4:46 -54; Lukas 19:5-10; Handelingen 16:15,31; 18:3,8).

Messiaanse Vervulling. Er is in de Bijbel een progressieve openbaring van het Lam. Ten eerste is er een lam voor een huis (Exodus [Shemot] 12:3-4, ten tweede, een lam voor een natie (Johannes [Yochanan] 11:49-52), en tenslotte, een lam voor de wereld (Johannes [Yochanan] 1:29). Genesis (Bereishit) 22 is in het Hebreeuws bekend als de Akeidah, of de binding van het offer. In Genesis (Bereishit) 22:7 vroeg Isaac (Yitzchak): "Waar is het lam?" Het lam waarnaar Isaac (Yitzchak) vroeg, is Yeshua (Jesaja [Yeshayahu] 53:7).

7. Een Pascha (Pesach) lam moest tussen de avonden gedood worden (Exodus [Shemot] 12:6).

De Bijbelse dag gaat van avond tot avond, van zonsondergang tot zonsondergang, dat is ongeveer van 6:00 n.m. tot 6:00 n.m. (Genesis [Bereishit] 1:5,8,13,19,23,31). De dag (6:00 n.m. tot 6:00 n.m.) is in twee 12-uur periodes verdeeld. De avond loopt van 6:00 n.m. tot 6:00 v.m. De ochtend loopt van 6:00 v.m. tot 6:00 n.m. Elke 12-uur periode is in twee kleinere porties verdeeld. Van 6:00 v.m. tot 's middags is het ochtenddeel van de dag. Van 's middags tot 6:00 n.m. is het avonddeel van de dag. De zinsnede "tussen de avond" (uit Exodus [Shemot] 12:6) verwijst naar de periode van de dag die loopt van 's middags tot 6:00 n.m., dat is precies 3:00 n.m. Deze zou het negende uur van de dagen zijn, te rekenen vanaf 6:00 v.m.

Messiaanse Vervulling. Yeshua stierf op het negende uur van de dag (Mattheüs [Mattityahu] 27:45-50). Dit zou precies 3:00 n.m. zijn (het negende uur, geteld vanaf 6:00 v.m.).

8. De hele vergadering zal het doden (Exodus [Shemot] 12:6).

Geestelijke Toepassing (Halacha). Elke persoon die ooit op de planeet Aarde heeft geleefd en gezondigd is schuldig de dood van Yeshua, omdat Hij voor alle zondaars stierf (Romeinen 3:10,23). Geen mens had de macht om Zijn leven te nemen (Johannes [Yochanan] 10:17-18). Daarom legde Yeshua Zijn leven af voor ons uit Zijn eigen vrije wil. Er is door de jaren heen een ten onrechte beschuldiging geweest dat de joden de mensen waren die Yeshua doodden. Als gevolg hiervan hebben zij door de eeuwen heen verschrikkelijk geleden. Aan mijn geliefde joodse vrienden die dit boek lezen, vraag ik met oprecht berouw (Teshuvah): Vergeef a.u.b. hen die onwetend zijn van de waarheid. De waarheid is dat ik Yeshua doodde, net als iedereen die ooit op de planeet Aarde heeft geleefd, omdat Hij voor mijn zonden stierf! (Romeinen 5:8,12)

Messiaanse Vervulling. Een hele gemeenschap van mensen was bij de dood van Yeshua betrokken. De evangeliën van Mattheüs (Mattityahu), Marcus, Lucas en Johannes (Yochanan) laten zien hoe het Sanhedrin, de priesters, de Romeinen, en het volk van Israël allemaal schreeuwden om de kruisiging van Yeshua en om Zijn bloed te vergieten (Mattheüs [Mattityahu] 27:17,20-22,25; Handelingen 4:26-28).

9. Het bloed moet aan de deur aangebracht worden (Exodus [Shemot] 12:7,13,22).

Geestelijke Toepassing (Halacha). Degenen die in de Messias geloven, zijn het huis van God (Efeziërs 2:19; 1 Timotheüs 3:15; Hebreeën 3:6). De enige weg het huis van God in is door het vergoten bloed van de Messias Yeshua, die de Deur is (Johannes [Yochanan] 10:7-9).

10. Het lichaam van het lam moet gegeten worden (Exodus [Shemot] 12:8-10).

Geestelijke Toepassing (Halacha). Beide, het lichaam en het bloed van het lam spreken van het lichaam en bloed van Yeshua (Mattheüs [Mattityahu] 26:26-28). Wij eten geestelijk van het lichaam van het Lam (Yeshua), wanneer we van Zijn lichaam eten (vandaag door het brood voorgesteld), dat geestelijk het Woord van God is (Lucas 11:3; 4:4). Door het Woord van God te volgen en de geboden (Mitzvot) van God met oprechtheid van hart te gehoorzamen, eten we (geestelijk) van Zijn lichaam.

DE BIJBELSE DAG

         Avond                    Morgen

'---------------------------'---------------------------'

6 n.m.                     6 v.m.                     6 n.m. 


                                               Morgen       Avond

                                              '--------------'------------'

                                          6 v.m.      Middag     6 n.m.

'---------------------'-----'

6 v.m.          3 n.m.   6 n.m.


                            '---------------------'

                            Het 9de uur van de dag = 3 n.m.


a) Het moet dezelfde nacht gegeten (Exodus [Shemot] 12:8). Yeshua werd gekruisigd, leed en stierf dezelfde nacht.

b) Het moet met ongezuurde broden worden gegeten (Exodus [Shemot] 12:8). Zuurdesem spreekt van zonde (1 Korintiërs 5:6-8). Ongezuurde brood is zonder zonde. Als gelovigen is ons opgedragen om heilige (ongezuurd) levens te leven voor God (Leviticus [Vayikra] 11:44, 19:2, 1 Peter [Kefa] 1:15-16).

c) Het moet met bittere kruiden gegeten worden (Exodus [Shemot] 12:8).

Geestelijke Toepassing (Halacha). Voor diegenen die de Messias in hun leven hebben aanvaard, spreken bittere kruiden van twee dingen.

Ten eerste spreken ze van de slavernij en de lasten die we ervaren terwijl we in deze wereld (een type van Egypte) leven, voordat we Yeshua in ons leven toelieten. Deze last van zonde wordt door satan (Ha satan) op ons gelegd als we toegeven aan zijn leugens en bedrog, en dan zondigen omwille van onze eigen slechte verlangens.

Ten tweede, spreken de bittere kruiden van de bittere dingen die in ons leven komen nadat we Yeshua aanvaardden en Hem dagelijks proberen te volgen.

Messiaanse Vervulling. Voor Yeshua was sterven op de paal een bittere ervaring, want Hij moest voor de zonde van de mens betalen met Zijn zondeloos leven.

d) Het lam moet in vuur gebraden worden (Exodus [Shemot] 12:8).

Geestelijke Toepassing (Halacha). Vuur spreekt van oordeel, raffinage, en zuivering. Ons geloof (emunah) wordt beoordeeld en getest door het vuur, zodat het kan worden verfijnd en gezuiverd en als puur goud tevoorschijn komen (Zacharia 13:9; Jakobus [Ya'akov] 1:12; 1 Petrus [Kefa] 1:7; Openbaring 3:18).

e) Het mag niet van water doorweekt worden. Het evangelie (basar) van Yeshua mag niet worden afgezwakt (Marcus 7:9,13; 2 Timotheüs 3:5).

f) De kop, poten en andere delen van het lam moeten worden gegeten.

Geestelijke Toepassing (Halacha). Degenen die in Yeshua geloven, moeten zich voeden met de geest van Yeshua (Filippenzen 2:5; 1 Korintiërs 2:16; Romeinen 12:2; Efeziërs 4:21-23; Hebreeën 8:10). De poten spreken van onze wandel (halacha) (Kolossenzen 2:6). Hoe moeten de gelovigen in Yeshua wandelen? (Zie Romeinen 6:4; 8:1,4; 2 Korintiërs 5:7; Galaten 5:16, Efeziërs 2:10; 5:2,8; Kolossenzen 1:10, 4:5; 1 Thessalonicenzen 4:1; 1 Johannes [Yochanan] 1:7; 2 Johannes 1:6; 3 Johannes 1:4.)

In de Nederlandstalige Bijbels staat meestal "kruis" vermeld; maar het Griekse woord dat er in werkelijkheid staat (Matheus 27:26 e.a.) is σταυρός dat op een paal zetten betekent. Dit sluit naadloos aan bij Numeri 21:9 en Johannes 3:14. Over het kruisigen in die tijd vermeldt Wikipedia o.a.: "Het slachtoffer kreeg de dwarsbalk van het kruis op de schouders gebonden en moest zo naar de executieplaats lopen. ... Na aankomst op de executieplaats werd de dwarsbalk op de staander geplaatst." Ook waar het de mens zelf betreft staat er steeds σταυρός, met daarbij in Mattheus 16:24, Marcus 8:34 en Lucas 9:23 αρω, d.i. opheffen of wegnemen. In Lucas 14:27 staat βαστάζω α το σταυρός " z'n eigen paal heffen(wegnemen)". Daar gaat het over het vastgekluisterd zijn aan de dingen in deze wereld. De Staten Vertaling heeft (m.i. daarom ook terecht) bij Marcus 10:21 i.v.m. met de rijke jongeling "neem het kruis op" vertaald, want hij zat nog aan veel vast waardoor hij niet verder kon. Het is dus de vraag of de vertalingen "zijn kruis dragen" e.d. wel de oorspronkelijk bedoelde gedachten oproepen. (noot van de vertaler)

11. Het lam moet met haast worden gegeten (Exodus [Shemot] 12:11).

Geestelijke Toepassing (Halacha). Christenen moeten snel zijn om Egypte te verlaten (de invloeden van de wereld) en naar het leven lopen dat in de Messias is (Lucas 19:5-6).

a) Het moet worden gegeten met onze lendenen omgord (Exodus [Shemot] 12:11). Onze lendenen omgord spreekt over de wens van ons hart om God geestdriftig te dienen en te gehoorzamen. Onze spirituele lendenen zijn de waarheid van het Woord van God (Efeziërs 6:14). Tot de Schriftgedeelten die over onze lendenen omgord spreken, behoren: 1 Koningen (Melachim) 18:46; 2 Koningen (Melachim) 4:29; 9:1; Jeremia (Yermiyahu) 1:17, Lucas 12:35, Efeziërs 6:14; 1 Petrus (Kefa) 1:13.

b) We moeten schoenen aan onze voeten hebben (Exodus [Shemot] 12:11). Schoenen aan onze voeten spreekt van onze wandel met God. Tot de Schriftgedeelten die over schoenen aan onze voeten spreken, behoren: Jesaja [Yeshayahu] 52:7; Nahum [Nachum] 1:15; Romeinen 10:15; Efeze 6:15.

c) In onze hand moet een staf zijn (Exodus [Shemot] 12:11). Een staf in onze hand spreekt van het gezag van de gelovige in het Koninkrijk van God door de naam van Yeshua (Mattheus [Mattityahu] 28:18-20). Tot de Schriftgedeelten die over een staf in onze hand spreken, behoren: Genesis (Bereishit) 38:17-18, Exodus (Shemot) 14:16; Richteren (Shoftim) 6:21; 1 Samuel (Sh'muwel) 17:39-40; 2 Samuel (Sh'muwel) 3:29; 2 Koningen (Melachim) 4:29, 18:21, Psalm (Tehillim) 23:4, Jesaja (Yeshayahu) 10:24, 14:5, Markus 6: 7-8.

12. Het is het Pascha van de Heer (Exodus [Shemot] 12:11).

Geestelijke Toepassing (Halacha). Als we Yeshua met heel ons hart volgen, zullen we overgaan van dood naar leven, en van oordeel naar goddelijke bescherming (Johannes [Yochanan] 5:24; 1 Johannes [Yochanan] 3:14; 2 Korintiërs 5:17; Psalm [ Tehillim] 91).

13. Het is een herdenking (Exodus [Shemot] 12:14; Luke 22:1,7-8, 13-15,19).

Geestelijke Toepassing (Halacha). Pascha (Pesach) is een gedenkteken of een herinnering (Lucas 22:1,7-8,13-15,19). Er zijn twee elementen van herinnering:

a) God gedenkt ons (Genesis [Bereishit] 8:1; 9:1, 5-16; 19:29, 30:22, Exodus [Shemot] 2:24- 25; 3:1; 6:2,5; 32:1-3,7,11,13-14; Leviticus [Vayikra] 26:14,31-33,38-45, Numeri [Bamidbar] 10:1-2,9; Psalm [Tehillim] 105:7-8,42-43; 112:6). God heeft in feite een gedenkboek (Exodus [Shemot] 32:32-33; Maleachi 3:16-18; Openbaring 3:5; 20:11-15; 21:1,27).

b) Wij moeten God gedenken (Exodus [Shemot] 13:3, 20:8, Deuteronomium. [Devarim] 7:17-19, 8:18, 16:3, Numeri [Bamidbar] 15:37-41). Het moet nagekomen bij het ondergaan van de zon (Deuteronomium [Devarim] 16:2,6). Dit werd vervuld door Yeshua bij Zijn kruisiging (Mattheüs [Mattityahu] 27:45-46).

14. Het is de plaats waar God Zijn naam zou doen wonen (Deuteronomium [Devarim] 16:2,6).

Messiaanse Vervulling. De plaats waar God Zijn naam gevestigd heeft, is Jeruzalem (Yerushalayim) (2 Koningen [Melachim] 21:4). Yeshua werd in Jeruzalem gekruisigd (Yerushalayim).

15. Geen been van het lam mocht worden gebroken (Exodus [Shemot] 12:43-46).

Messiaanse Vervulling. Geen bot van Yeshua werd op de paal gebroken (Johannes [Yochanan] 19:33).

16. Bij de viering moest uitleg gegeven worden (Exodus [Shemot] 12:25-28).

Messiaanse Vervulling. Yeshua lichte elk deel van het Pascha (Pesach) toe, toen Hij de dienst verrichtte (Lucas 22:14-20; 1 Korintiërs 11:23-26).

17. De Egyptenaren werden bij de Exodus beroofd (Exodus [Shemot] 12:31-36).

Messiaanse Vervulling. Satan werd beroofd toen Yeshua in de hel kwam en weer opstond (Kolossenzen 2:15).

18. Om het Pascha te eten, moet je besneden zijn (Exodus [Shemot] 12:48; Jozua [Yehoshua] 5:2-10).

Geestelijke Toepassing (Halacha). De fysieke handeling van de besnijdenis was slechts een beeld van de innerlijke of geestelijke besnijdenis die God wilde dat we hadden (Romeinen. 2:28-29, 1 Koininthe. 15:46, 2 Korinthe 4:18). God heeft altijd van Zijn volk verlangd om besneden van hart te zijn (Deuteronomium [Devarim] 10:12-16, 1 Korinthe 7:18-19; Galaten 2:3, 5:2-3, 6:12-15, Efeze 2:11-13).

19. Het Pascha (Pesach) feest moest een heilige samenroeping zijn, en dan mocht er niet gewerkt worden (Exodus [Shemot] 12:16).

Geestelijke Toepassing (Halacha). Een gelovige vindt echte rust in het stoppen van zijn eigen werken en rusten in het volbrachte werk van Yeshua, Gods Pascha (Pesach) Lam (Genesis [Bereishit] 2:1-2; Matheus [Mattityahu] 11:28-30; Johannes [Yochanan] 17:1-4, 19:30, Hebreeën 3:14- 19, 4:1-10).

20. Het Pascha (Pesach) moest buiten de poorten van de stad gedood worden (Deuteronomium [Devarim] 16:5).

Messiaanse Vervulling. Yeshua werd buiten de stadsmuren van Jeruzalem (Yerushalayim) gekruisigd op een plaats Golgotha genaamd (Johannes [Yochanan] 19:16-19; Hebr. 13:10-13).

21. Er is geneeskracht in het lam (Exodus [Shemot] 15:26).

Messiaanse Vervulling. Yeshua is de vanuit God gezonden Genezer (Psalm [Tehillim] 105:36- 38; Jesaja [Yeshayahu] 53:1-5, 1 Petrus [Kefa] 2:24, 1 Korintiërs 11:26-30).

22. De Exodus gebeurde op adelaars vleugels (Exodus [Shemot] 19:4).

Schriftverwijzingen in verband hiermee zijn Deuteronomium (Devarim) 32:9-13, Jesaja (Yeshayahu) 31:5, 40:31, Lucas 17:33-37, Openbaring 12:6,14.

23. Zij zongen een vreugdelied voor de Heer (Exodus [Shemot] 15:1,19-21).

Geestelijke Toepassing (Halacha). Wanneer een gelovige de betekenis van het Joods paasfeest (Pesach) ervaart en begrijpt, is er een geest van vreugde naar de Heer voor zijn of haar verlossing uit de zonde, en voor het ervaren van de nieuwheid van het leven in de Messias. Opmerking: De Paasfeest Seder (de dienst en de maaltijd waarmee het Pascha wordt gevierd) eindigt altijd met vreugdeliederen en de verklaring: Volgend jaar in Jeruzalem! Dit is te zien in Marcus 14:26.

24. Israël is de eerstgeborene van God (Exodus [Shemot] 4:22-23).

Geestelijke Toepassing (Halacha). Allen die de Messias Yeshua accepteren, worden de eerstgeborene van God genoemd, zelfs als Yeshua de eerstgeborene van God wordt genoemd (Romeinen 8:29; Kolossenzen 1:15,18; Hebreeën 12:22-24). "

Heeft Yeshua deelgenomen aan een Pascha Maaltijd?

Vandaag zijn er 15 stappen in de Pesach Seder. Om te begrijpen ingeval Yeshua een Pesach Seder had, moeten we weten wat er tijdens een Pesach Seder wordt gedaan. Daarom zal ik de 15 stappen van de Pesach Seder opsommen en daarbij uitleggen wat in elk onderdeel gebeurt. Door dit te doen kunnen we bepalen of Yeshua voorafgaand aan Zijn kruisiging een Pesach Seder had.

Voordat ik de 15 stappen van de Pesach Seder begin uit te leggen, wil ik ingaan op één aspect ervan. Tijdens de Seder, wordt een beker wijn getoond met deze zegen: "Gezegend bent U, Heer onze God, Koning van het Heelal, die de vrucht van de wijnstok schept." Tijdens het Paschafeest (Pesach), zei Yeshua: "Ik ben de ware wijnstok" (Johannes [Yochanan] 15:1). Jesaja (Yeshayahu) vertelt ons dat God een wijngaard had, en die wijngaard was Israël (Jesaja [Yeshayahu] 5:7). De keur aan wijnstokken in de wijngaard geplant was de Messias (Jesaja [Yeshayahu] 5:2).

DE SEDER VIERING (maaltijd)

ü Kaddesh en de eerste beker.

Tijdens de Kaddesh wordt de eerste van vier bekers wijn gezegend en gedronken. Deze eerste beker wijn wordt de beker van de heiliging genoemd. Voordat de wijn wordt gedronken, wordt een zegen gereciteerd: "Gezegend bent U, Heer onze God, Koning van het Heelal, die de vrucht van de wijnstok schept."

ü 2. U-r'chatz (het handen wassen).

Er wordt geen zegen gezegd.

ü 3. Karpas (dit woord betekent "peterselie, groene kruiden").

Dit verwijst naar het moment in de Seder waarop de feestvierders een groene groente in zout water dippen en eten (Johannes [Yochanan] 13:26-27). De oudste zal aan de linker kant van de tafel zitten en zal het bosje dippen. Hieruit kunnen we concluderen dat Judas de oudste leerling was. De jongste zitten aan de rechterkant van de tafel zal. Benjamin (Benyamin) was de jongste van Jacobs (Ya'akov 's) zonen. Benjamin betekent "zoon van mijn rechterhand" in het Hebreeuws.

ü 4. achatz (het breken van het brood).

Het middelste stuk van drie stukken brood, of matzot, wordt ceremonieel in twee gebroken. Matzah (het meervoud is matzot) is ongezuurde brood. Het grootste stuk wordt in een servet verpakt en terzijde gelegd als de afikomen, het matzah dat aan het einde van de maaltijd wordt gegeten. Dit is te zien in Lucas 22:19.

ü 5. De Maggid (het vertellen van het verhaal van de Exodus).

De Maggid eindigt met de tweede beker wijn, die ook wel de beker van de toorn wordt geheten. Yeshua nam van deze tweede beker in de Hof van Gethsemane (Lucas 22:42-44). Bij het verhaal van de Exodus, moet elkeen de Exodus zien alsof God hen persoonlijk verlost! Dit is gebaseerd op Exodus (Shemot) 13:8.

ü 6. Rachtzah (het handen wassen met een zegen).

ü 7. Motzi (de zegening over het brood).

De zegen over het brood gaat als volgt: "Gezegend bent U, Heer onze God, Koning van het Heelal, die het brood uit de aarde voortbrengt." Deze zegen is een profetie van de opstanding van de Messias uit de aarde, omdat Hij het brood van de gelovige is (Johannes[Yochanan] 6:47-51). God bracht het brood (Yeshua) na Zijn dood uit de aarde voort (Handelingen 2:31-33).

Yeshua at het Pascha (Lucas 22:15). Dit Schriftgedeelte verwijst bijzonder naar het Lam. Vaak waren er twee offers tijdens het Paschafeest. Eén lam is het Pascha lam en het andere lam heet de haggigah of vrede offer. Deze offers zijn genoemd in Deuteronomium (Devarim) 16:2, waar God wilde dat het offer van zowel de troep als de kudde zou zijn. Dit werd uitgelegd als dat er twee offers nodig waren. De Haggigah (het extra lam) werd geofferd in aanvulling op Pesach (het Pascha lam). Het Pesach was vereist, maar het Haggigah niet omdat het een vrijwillige gave was.

Om in de dagen van Yeshua, een Seder te hebben, moest je je inschrijven bij een rabbijns hof in de tempel (Beit HaMikdash) en moest je ten minste 10 en ten hoogste 20 personen hebben. Elke groep van pelgrims die naar Jeruzalem (Yerushalayim) kwam, had een vertegenwoordiger die een lam zonder vlek of smet droeg (Exodus [Shemot] 12:4-5). Een groep van ten minste 10 mensen (in het Hebreeuws bekend als een minjan) was vereist om aan de ceremonie deel te nemen.

Elk groepje mensen betrad de tempel (Beit HaMikdash) met hun lam. Hen werd opgedragen: "Jij moet het lam doden, niet de priesters." De priesters vingen het bloed op en bedienden het bloed volgens de Schriften. De enige plaats waar een Pascha (Pesach) lam kon worden gedood was in Jeruzalem (Yerushalayim). Zij die niet naar Jeruzalem (Yerushalayim) konden komen om het Pascha (Pesach) te houden, maar toch de maaltijd wilden houden, moesten daarom een vervanging voor het Pascha (Pesach) lam hebben. Die vervanging was het scheenbeen van een lam. Het heeft een speciale naam in het Hebreeuws: zeroah, of arm. Yeshua werd in Jesaja (Yeshayahu) 53:1 aangeduid als de zeroah of arm van de Heer. Het scheenbeen of zeroah zal een herinnering zijn aan het lam dat werd geslacht.

De Pascha (Pesach) eis is dat je moet eten tot je verzadigd bent. Het ganse lam moet vóór middernacht op de vijftiende Nisan worden gegeten. Als u slechts 10 mensen had, zou u geen twee lammeren willen hebben, omdat ze in de tijd niet volledig konden worden gegeten. Dit zou het gebod (mitswa) schenden dat het lam voor middernacht moest worden gegeten (Exodus [Shemot] 12:8). Als je 20 mensen had, zou één lam niet voldoende zijn om iedereen te verzadigen, en dit zou het door God gegeven gebod (mitswa) schenden. Daarom zou je twee lammeren nodig hebben als je 20 mensen had.

Nogmaals, Yeshua at het Pascha (Lucas 22:15). U kunt een Seder hebben zonder een Pesach (of Pascha lam), maar je kunt niet een lam hebben zonder een Seder. Ook omdat Yeshua het Pascha Lam van God was (Johannes [Yochanan] 1:29), moest Hij vanuit Bethanië naar Jeruzalem (Yerushalayim) komen, niet alleen om het Pascha (Pesach) lam te zijn, maar ook voor de Seder (Marcus 14:3,12-16). Dus had Yeshua een Pascha lam (Lucas 22:15), en was het een Seder.

Vandaag is er geen tempel (Beit HaMikdash), zodat de Pascha Seder op de vijftiende of zestiende Nisan wordt gehouden. De Seder op de vijftiende heet de eerste Seder, en de Seder op de zestiende heet de tweede Seder.

In Marcus 14:12 staat geschreven: "En de eerste dag van de ongezuurde broden, wanneer ze het Pascha [het Pesach lam ] slachtten ..." Het woord dat met eerste vertaald is, is het Griekse woord protos, dat "vóór, eerder, en voorafgaand" betekent. Omdat er in de dagen van Yeshua een tempel (Beit HaMikdash) in Jeruzalem (Yerushalayim) was, zou de eerste Seder op de veertiende Nisan, en de tweede Seder op de vijftiende zijn. De Seder kon tijdens een van beide nachten worden gehouden. Yeshua had Zijn Pascha (Pesach) Seder tegen middernacht op de veertiende Nisan (bedenk dat de veertiende Nisan bij zonsondergang begint, dat is ongeveer zes uur vóór middernacht), en de volgende middag om 3:00 uur gekruisigd werd, dat nog steeds de veertiende Nisan is.

De hogepriester (Cohen HaGadol) doodt het Pascha (Pesach) lam voor de natie Israël om 3:00 n.m. op de veertiende Nisan. Bij zonsondergang begint de vijftiende, dus moest Yeshua Zijn Pascha lam eten tegen middernacht van de veertiende Nisan, die voorafgaat aan het moment dat de hogepriester

ü 8. Matzah (het Matzah wordt gezegend en gegeten).

In Johannes (Yochanan) 13:23, zien we dat de discipelen leunden of aanlagen. Het Pascha (Pesach) wordt de tijd van onze vrijheid genoemd. Op deze dag bent u bevrijd van de slavernij van Egypte (Mitzrayim), dat de slavernij van de zonde symboliseert, en wordt je gezien als een koning. Traditioneel liggen koningen aan bij hun maaltijden, en dus liggen de feestvierders aan tijdens gedeelten van de Pesach Seder. De gelovigen in Yeshua zijn koningen en priesters voor God (Openbaring 1:6; 5:10).

ü 9. Maror (bittere kruiden worden gezegend en gegeten).

Maror is bittere kruiden. Deze bittere kruiden worden gesymboliseerd door Romeinse of bindsla en mierikswortel.

ü 10. Korech (de matzah en maror worden samen gegeten).

ü 11. Shulchan Orech (de maaltijd wordt gegeten).

ü 12. Tzafun

(de afikomen die verborgen was wordt gevonden, vrijgekocht, en vervolgens opgegeten

ü 13. Barech (dank na de maaltijd).

Aan het einde van Barech, wordt de wijnzegen gereciteerd over de derde beker. Dan wordt de beker gedronken. Dit is de beker van de verlossing (Lukas 22:20; l Korinthe 10:16).

ü 14. Hallel

Psalmen (Tehillim) 115-118 worden gezongen in speciale lof aan God. De vierde beker wordt nu gevuld, en een deur wordt voor Elia (Eliyahu) geopend om binnen te komen en de komst van de Messias te verkondigen.

ü 15. Nirtzah (alles is gedaan).

Een laatste lied wordt gezongen en beëindigt met de woorden: Volgend jaar in Jeruzalem! Dit is te zien in Mattheüs 26:30 en Marcus 14:26.

het Pascha lam voor de natie doodt. Om dit verder te bewijzen; toen Yeshua voor Pilatus werd gebracht, in Johannes (Yochanan) 18:28, wou Kajafas de hogepriester (Cohen HaGadol) de gerechtszaal van het heidense heerser niet binnengaan, omdat hij dan verontreinigd zou worden en het Pascha lam niet zou kunnen eten. Dus moet deze gebeurtenis hebben plaatsgevonden in de ochtend van de veertiende Nisan omdat de hogepriester het Pascha nog niet had gegeten. Als hij verontreinigd was, dan zou hij voor een dag verontreinigd zijn. Aangezien Yeshua het Pascha al had gegeten tegen de tijd dat Hij werd opgepakt en voor Kajafas en Pilatus geleid, moest Hij het Pascha met de discipelen hebben gegeten op de avond van de veertiende. Zo kunnen we zien hoe Yeshua een Pascha maal at en nog steeds het Pascha Lam van God zijn kon vervullen door gedood te worden om 3:00 n.m. op de veertiende Nisan.

Het Brood en de Bekers van de Pascha Seder

Tijdens de Pesach viering, worden drie koeken van ongezuurd brood (matzot) op elkaar geplaatst, met een servet tussen elke koek. Op een bepaald moment tijdens de Seder dienst, wordt de middelste koek, bekend als de afikomen, of 'dat wat erna komt,' in twee gebroken. Eén stuk wordt onder de aanwezige mensen verdeeld, en het grotere stuk wordt in een servet verborgen. Tegen het einde van de Pascha Seder, wordt het verborgen gedeelte weer tevoorschijn gebracht en opgegeten door de aanwezigen rond de Pascha tafel. In het Messianisme worden deze drie stukken matzot verstaan als God de Vader, de Messias Yeshua en de Heilige Geest (Ruach HaKodesh) voor te stellen. Het middelste stuk, de afikomen wordt gebroken, een deel wordt gegeten, en de rest verborgen en vervolgens tevoorschijn gebracht om te getuigen van de dood, begrafenis en opstanding van Yeshua.

De vier bekers wijn die in de loop van de Seder voor de aanwezige mensen op de Seder worden geserveerd, worden op de volgende wijze gebruikt en genoemd:

Ø 1. De beker van zegen (Lucas 22:17; 1 Korintiërs 10:16). Deze beker wordt de beker van de heiliging, of de Kiddoesj genoemd.

Ø 2. De beker van toorn (Lucas 22:42-44). Deze beker wordt niet gedronken, maar wordt op de tafel uitgegoten als de plagen van Egypte worden opgenoemd. Yeshua dronk voor ons van deze beker in de hof van Gethsemane en toen Hij op de paal stierf.

Ø 3. De beker van zegen, heil of verlossing. Deze beker wordt overvol gevuld, een overvol heil symboliserend (Psalm [Tehillim] 116:13).

Ø De beker van het koninkrijk (Lukas 22:18,20; Matthew [Mattityahu] 26:28-29). Yeshua sprak van opnieuw eten en drinken in het Messiaanse tijdperk met Zijn discipelen na Zijn opstanding.

Naast de vier bekers wijn aan de mensen geserveerd, is een andere beker - de beker van Elia (Eliyahu) genaamd - ook een onderdeel van de Seder. Deze beker wordt op het einde van de Seder uitgegoten. Alleen Elia (Eliyahu) zelf, of iemand in de geest en de kracht van Elia komend, of de Messias, mocht van deze beker drinken. Wanneer Yeshua van deze beker drinkend naar Zichzelf verwees, zei Hij in niet mis te verstane bewoordingen dat Hij de Messias was.

Hoe Vervulde Yeshua het Pascha?

v Het Paschafeest (Pesach) werd door God tot een repetitie (miqra) van de eerste komst van Yeshua gegeven. De Pascha ceremonie werd gehouden in herinnering aan het verleden en ter voorbereiding van de toekomst. Lange tijd na het Pascha in Egypte wees een man, Johannes (Yochanan) de Doper (Onderdompelaar) genaamd, op Yeshua en verklaarde dat Hij het Lam van God was (Johannes [Yochanan] 1:29). Nadat Johannes (Yochanan), een type van Elia (Eliyahu) die de komst van de Messias zou voorbereiden, Yeshua als het Lam van God aankondigde, diende Yeshua drie-en-een- half jaar. Aan het einde van die tijd, op de tiende Nisan, trok de hogepriester de stad Jeruzalem uit, waar een lam geslacht zou worden, op weg naar Bethanië. Het lam werd teruggeleid naar de stad, door de straten heen omzoomd met duizenden pelgrims die het Hallel (Psalmen [Tehillim] 113-118) zingen. De liturgie voor Hoshanah Rabbah zegt dat de Messias naar de Olijfberg zal komen en over de stad wenen. Dit gebeurde in Lukas 19:41. De mensen zwaaiden ook met palmtakken als Yeshua de stad in reed op een ezel in vervulling van Zacharia 9:9. Vandaag staat 10 Nisan in de niet-joodse gemeenschap bekend als Palmzondag.

v Het lam dat door de hoge priester moest worden gedood, werd in de tempel (Beit HaMikdash) geleid en op een opvallende plaats te kijk gesteld. Ook Yeshua het Lam van God stond voor het publiek te kijk toen Hij de tempel (Beit HaMikdash) binnenging en daar vier dagen doorbracht onder het volk, de Sadduceeën, de Farizeeën en de Schriftgeleerden, terwijl de leiders Yeshua hun moeilijkste vragen stelden. Yeshua werd vier dagen ten overstaan van het volk ondervraagd, Zichzelf toonde zonder vlek of smet te zijn, Exodus (Shemot) 12:5 vervullend.

v Op de veertiende Nisan, op het derde uur van de dag (9:00 v.m.), nam de hogepriester (Cohen HaGadol) het lam en besteeg het altaar, om het lam op z'n plaats op het altaar te binden. Op hetzelfde tijdstip op die dag werd Yeshua vastgebonden aan de paal/boom op de berg Moria (Marcus 15:25). Op het moment van de avond offer (3:00 n.m.) voor Pesach (Exodus [Shemot]12:6), beklom de hogepriester (Cohen HaGadol) het altaar, sneed de keel van het lam door met een mes, en sprak de woorden:, "Het is volbracht". Dit zijn de exacte woorden die na het geven van een zoenoffer aan God gezegd werden. Op dit zelfde moment stierf Yeshua, in Johannes (Yochanan) 19:30 die zelfde woorden zeggend. Yeshua stierf om precies 3:00 n.m. (Matheus [Mattityahu] 27:45-46,50).

v In Exodus (Shemot) 12:8-9 wordt ons verteld het lam voor zonsondergang moest worden geroosterd. Volgens het traktaat Pesachiem in de Misjna, werd het lam geroosterd op een rechtopstaande granaatappelstok. Deze granaatappel stok is een beeld van de paal/boom waarop Yeshua stierf. Het lam moest worden gestroopt, en de ingewanden moesten worden verwijderd en over zijn hoofd gehangen. Zo werd het lam aangeduid als het "gekroonde offer." Dit is een beeld van Yeshua in (Psalm [Tehillim] 22:13-18).

v Deuteronomium (Devarim) 16:16 zegt dat de ganse vergadering van Israël verplicht was bij het Pascha feest (Pesach), Wekenfeest (Sjawoe'ot) of Pinksteren en het Loofhuttenfeest (Sukkot) aanwezig te zijn. Dit verklaart waarom allen waren verzameld om getuige te zijn van de dood van Yeshua aan de paal (Mattheüs [Mattityahu] 27:1-26).

v De nacht van de vijftiende Nisan, beval God de mensen het lam met ongezuurd brood (matzah) en bittere kruiden (maror) te eten, hun sandalen aan hun voeten en hun zakken gepakt op hun rug (Exodus [Shemot] 12:6,8,11), want op deze avond moesten zij Egypte verlaten. Op dezelfde wijze moeten ook wij snel zijn om Yeshua in onze harten te aanvaarden en Egypte te verlaten, dat de zonde en afgoderij van deze boze wereld vertegenwoordigt.

Het Pascha Feest in het Evangelie van Johannes

Er zijn vier Pascha's geregistreerd in het Evangelie (basar) van Johannes (Yochanan), zelfs dat Yeshua het Pascha jaar op jaar bijwoonde met Zijn ouders (Lucas 2:41-42).

1. Het eerste Pascha dat Yeshua te Jeruzalem (Yerushalayim) als een volwassene bijwoonde, staat in Johannes (Yochanan) 2:13-17 opgetekend. In deze passages, vond Hij de tempel (Beit HaMikdash) verontreinigd met geldwisselaars. Hij heeft toen verklaard dat "Mijn huis zal voor alle landen het huis van gebed genoemd worden..." (Marcus 11:17). De geestelijke toepassing (halacha) is deze: de gelovigen in Yeshua zijn tempel God en wij mogen die niet verontreinigen met de zonde (1 Korintiërs 3:16-17; 2 Korintiërs 6:14-18). Degenen die in (de) Messias Yeshua geloven zijn het huis van God (Hebreeën 3:6; 1 Timotheüs 3:15; 1 Peter [Kefa] 2:5).

2. Het tweede Pascha feest staat opgetekend in Johannes (Yochanan) 5:1-15. Hoewel het eigenlijke feest hier niet specifiek genoemd wordt, weten we dat het ofwel om een Pascha (Pesach), Pinksterfeest (Sjawoe'ot) of Loofhuttenfeest (Sukkot) gaat omdat Yeshua naar Jeruzalem (Yerushalayim) opging (aliyah) om het te houden (Deuteronomium [Devarim ] 16:16). Door te weten wat Yeshua in deze passages deed en wat deze feesten ons leren, laten de aanwijzingen/getuigenissen ons vermoeden dat het Pascha was. Dit Pascha toont ons Yeshua als de Genezer van lichaam en ziel van de mens; de Vergever van de zonde en Genezer van ziekte. Bij het Egyptische Pascha, moest Israël zich voeden met het lichaam van het lam. Naarmate zij dat deden, werden ze gered van de vernietiging van Egypte en werden hun lichamen gezond gemaakt (Exodus [Shemot] 12:13; Psalm [Tehillim] 105:26,36-37). Gezond maken wordt dus met Pascha geassocieerd, en op dit Pascha genas Yeshua een man zonder kracht.

3. Het derde Pascha wordt gevonden in Johannes (Yochanan) 6:1-13. Op Pascha aten de kinderen van Israël het vlees van het lam, besprenkelden het bloed aan de deur en aten ongezuurde brood. Het brood en het lichaam van het lam werd dus door allen gegeten op het Pascha. In dit gedeelte is Yeshua het Brood van het Leven, het ongezuurde brood, en het hemelse manna.

4. Het vierde Pascha is Yeshua's offerdood op de paal/boom. Hij is het Lam van God en het Ongezuurde Brood, te sterven ondanks nooit gezondigd te hebben.

In het boek Johannes (Yochanan),

o bij het eerste Pascha, is Yeshua de Tempel Reiniger (de geestelijke tempel is het fysieke lichaam van de gelovige).

o Bij het tweede Pascha is Yeshua de Genezer van lichaam en ziel.

o Bij het derde Pascha is Yeshua het Brood van het Leven.

o Bij het vierde Pascha, is Yeshua het Lam van God gedood voor de zonden van de hele wereld.

De Egyptische Verlossing Voor afschaduwt de Messiaanse Verlossing.

De historische verlossing van de God van Israël van Zijn volk uit Egypte is een type en voorafschaduwing van de Messiaanse Verlossing aan het einde der dagen. Orthodoxe joden noemen het opnieuw bijeenbrengen van beide huizen van Israël aan het einde der dagen de Inzameling van de Ballingen of de Messiaanse Verlossing. De Inzameling van de Ballingen/Messiaanse Verlossing is een fundamenteel en wezenlijk geloof van het orthodoxe jodendom. Het Orthodoxe jodendom bidt drie keer per dag voor de Inzameling van de ballingen / Messiaanse Verlossing. De Inzameling van de ballingen / Messiaanse Verlossing is ook een van de 13 artikelen van het Joodse geloof.

Eén van de vele profetieën van de Inzameling van de ballingen/Messiaanse verlossing of het herstel van de beide huizen van Israël in de geschriften van de profeten is te vinden in Ezechiël (Yechezekel) 37:15-24, zoals geschreven staat: Het woord van de Heer kwam weer tot mij, zeggende: Bovendien, gij zoon van de mens, neemt u een stok, en schrijf daarop, Voor Juda, en de kinderen van Israël zijn metgezellen: neem dan een andere stok, en schrijf daarop, Voor Jozef, de stok van Efraïm, en voor het ganse huis van Israël zijn metgezellen: En verbind ze de ene aan de andere tot één stok, en zij zullen één worden in uw hand. En wanneer de kinderen van uw volk tot u zal spreken, zeggende: Zult gij ons niet laten zien wat u door deze bedoelt? Zeg tot hen: Zo zegt de Here God: zie, Ik zal de stok van Jozef, die in de hand van Efraïm is, en de stammen van Israël zijn metgezellen, en zal hen met hem brengen, (zelfs) met de stok van Juda, en ze één stok maken, en zij zullen één zijn in uw hand ... En zeg tot hen, Zo zegt de Here God: Zie, Ik zal de kinderen van Israël nemen van onder de heidenen, waarheen zij gegaan zijn, en zal ze verzamelen van alle kanten, en ze in hun eigen land brengen: En Ik zal hen een natie in het land maken op de bergen van Israël ... en mijn knecht David zal koning over hen zijn, en zij zullen allen één herder hebben: zij zullen ook naar mijn verdicten wandelen, en op mijn inzettingen toezien en ze doen.

Wie is Ephraim / Joseph of het Huis Israël?

Volgens het Orthodox-Joodse begrijpen van het einde der dagen, zijn Ephraim / Josef of het huis Israël, dat in de profetie van Ezechiël (Yechezekel) 37:16,19 wordt genoemd, de tien verloren / verstrooide stammen vanuit het Noordelijke Koninkrijk van Israël die zullen worden herenigd met het Joodse volk van het Zuidelijke Koninkrijk (huis Juda). De Talmoed stelt in Yebamot 16b-17a dat de tien stammen van het verspreide Noordelijke Koninkrijk in hun ballingschap plaatsen in het einde der dagen zullen worden beschouwd als de status van "heidenen" (gojim) hebbend, voor wat betreft het houden van de Thora en de halacha.

In de Talmoed in Yebamot 16b staat geschreven: Rabbijn Juda zei in de naam van R. Assi: Als op dit moment een heiden zich verlooft [met een dochter van Israël], moet er bij zulke verloving rekening mee worden gehouden dat hij van de tien stammen kan zijn.

Echter, de halacha (algemeen aanvaarde Orthodox Joodse overtuiging) met betrekking tot de tien stammen van het verspreide Noordelijke Koninkrijk (huis Israël) is dat zij in het einde der dagen:

ü 1. De Thora omarmen

ü 2. De Sabbat (Shabbat) vieren

ü 3. De Bijbelse feesten van Leviticus (Vayikra) 23 houden

ü 4. Met het Zuidelijke Koninkrijk van Juda (huis Juda) herenigen

ü 5. Terugkeren naar het land van Israël (in het bijzonder de bergen van Israël of de Westelijke Jordaanoever), samen met Juda voorafgaand aan de komst van Koning Messias (Mashiach)

Verder zijn er vandaag Orthodoxe Joodse organisaties die onderzoek doen om de huidige afstammelingen van de tien verspreide stammen van het historische Noordelijke Koninkrijk te lokaliseren en te identificeren. Brit-Am (Brit is in het Hebreeuws = verbond en Am is in het Hebreeuws = volk) opgericht door een Orthodoxe Jood genaamd Yair Davidy die in Jeruzalem, Israël woont, is zo'n organisatie. Op basis van, de Bijbelse kenmerken van de locatie van de tien verstrooide stammen in hun ballingschap in het einde der dagen, geschiedenis, archeologisch bewijsmateriaal en het traditionele Orthodox-Joodse perspectief van de tien verloren stammen gebaseerd op wat over hen in de Talmoed is geschreven, heeft Yair Davidy geconcludeerd dat veel van de huidige afstammelingen van de tien verspreide stammen van het Noordelijke Koninkrijk de religie van het christendom beoefenen. Hij publiceerde deze bevindingen in een aantal boeken die hij heeft geschreven en ook in het magazine van zijn bediening.

Wat fascinerend is over dit Orthodox-Joodse onderzoek, is dat op basis van zorgvuldig onderzoek van de geschriften in het Nieuwe Testament (Brit Hadashah) met inbegrip van de woorden en de leer van Yeshua, de apostel Paulus (Rav Sha'ul) en de apostel Petrus (Kefa) , dezelfde conclusie kan worden getrokken. Bij de aanvaarding van Yeshua als Messias (Mashiach), worden een aantal afstammelingen van het historische Noordelijke Koninkrijk een deel van de toekomstige christendom.

Het Noordelijk Koninkrijk en het Nieuw Testament (Brit Hadashah)

Bij aanvaarding van Yeshua als Messias (Mashiach), linkt het Nieuwe Testament (Brit Hadashah) een aantal van de historische afstammelingen van het Noordelijke Koninkrijk (tien verstrooide stammen) aan het christendom. In Hosea (Hoshea) 1:9, heet het Noordelijke Koninkrijk lo-ammi (niet mijn volk), maar in Hosea (Hoshea) 1:10 zouden zij in een toekomstige tijd, "zonen van de levende God" worden genoemd en herenigd worden met het huis Juda aan het einde der dagen Hosea (Hoshea) 1:11). De gelovigen in Yeshua als Messias (Mashiach) worden verbonden met de profetie over de bestemming van het Noordelijke Koninkrijk in Hosea (Hoshea) 1:9-10.

In 1 Petrus (Kefa) 2:10 worden zij die vroeger lo-ammi (geen volk) werden genoemd, door het geloof in Yeshua als Messias (Mashiach) nog eens "zonen van de levende God" genoemd. Merk op dat dit op basis van Hosea (Hosea) 1:9-10 overeenkomt met de voorspelde bestemming van het Noordelijke Koninkrijk.

In Romeinen hoofdstukken 9-11, linkt de apostel Paulus (Rav Sha'ul) de "heidenen" aan het Noordelijke Koninkrijk van Israël. In Romeinen 9:24, verbindt de apostel Paulus (Rav Sha'ul) de "heidenen" met de profetie van het Noordelijke Koninkrijk in Hosea (Hoshea) 1:9-10, waar degenen die lo-ammi (niet mijn volk ) werden genoemd nu "kinderen van de levende God" worden genoemd (Romeinen 9:25-26). In Romeinen 10:19, citeert de apostel Paulus (Rav Sha'ul) vanuit de Thora in Deuteronomium (Devarim) 32:21 waar geprofeteerd wordt dat een toekomstige volk, dat "niet een volk" zou worden, door de God van Israël zou worden gebruikt om Juda tot jaloezie te provoceren. Tot slot, in Romeinen 11:11, wijst de apostel Paulus (Rav Sha'ul) naar degenen die vroeger "niet mijn volk" (het Noordelijke Koninkrijk) waren als "heidenen" zijnde die Juda tot jaloezie zouden prikkelen in het einde der dagen.

In Jesaja (Yeshayahu) 44:1-5 werd voorspeld dat, als de God van Israël Zijn Heilige Geest (Ruach HaKodesh) in het einde der dagen op de afstammelingen van Jakob zal uitgieten, dat ze zouden ZEGGEN en inschrijven / trouw zweren dat zij afstammelingen (genoemd) zijn uit het huis van Israël (Noordelijk Koninkrijk).

Yeshua onderwees en koppelde Zijn dood aan de paal/boom met het doel de verloren schapen van het Noordelijke Koninkrijk opnieuw te verzamelen tot Hem en ze met het huis van Juda te herenigen in het einde der dagen. In Johannes (Yochanan) 10:14-19, zei Yeshua dat Hij de "goede herder" is. Met deze verklaring, maakt Yeshua een verwijzing naar Ezechiël (Yechezekel) 34:11-15, 23; 37:24 waar de "goede herder" beide huizen van Israël zou herstellen en herenigen.

In Johannes (Yochanan) 10:16, zei Yeshua dat Hij nog andere schapen (Noordelijk Koninkrijk) heeft die niet van de schaapskooi van Juda (Zuidelijk Koninkrijk) waren, voor wie Hij zou sterven en Zijn leven afleggen, zodat er één schaapskooi zou zijn (Johannes (Yochanan) 10:16, 11:52-53).

Bij het jodendom van de eerste eeuw was er een verwachting van wat in de Thora en de Profeten is geschreven, dat de Messias beide huizen van Israël zou herenigen (Jesaja (Yeshayahu) 49:5-6). Om deze reden werd Yeshua in Handelingen 1:6 door Zijn discipelen (talmidim) gevraagd wanneer Hij het Koninkrijk voor Israël zou herstellen (beide huizen van Israël herenigen). Yeshua beantwoordde de vraag en zei dat beide huizen van Israël zouden worden herenigd door de uitstorting van de Heilige Geest (Ruach HaKodesh). Hij zei ook dat de boodschap van de restauratie en hereniging van de beide huizen van Israël in de gehele wereld als een getuigenis zou gepredikt worden (Hand. 1:8). De apostel Paulus (Rav Sha'ul) predikte ook de boodschap van het herstel van de beide huizen van Israël in Handelingen 26:6-7.

De Messiaanse Verlossing Is Zoals de Egyptische Verlossing

De profeten van Israël leren ons dat deze uitstorting van de Heilige Geest (Ruach HaKodesh), om de beide huizen van Israël bijeen te brengen, in het einde der dagen zal gebeuren voorafgaand aan de tweede komst van Koning Messias (Mashiach). Dit begon in Handelingen 2 op de dag van Pinksteren (Sjavoeot) en bereikt z'n hoogtepunt in het einde der dagen, wanneer Yeshua over beide huizen van Israël (Huis van Jacob - Lucas 1:33) zal regeren tijdens het Messiaanse tijdperk. De profeten van Israël vergelijken de toekomstige verlossing van beide huizen van Israël met de historische Egyptische verlossing, maar op wereldschaal. In Micha (Michah) 7:15 staat geschreven: Overeenkomstig de dagen van uw komst uit het land Egypte zal Ik hem wonderbare dingen laten zien. In Hosea (Hoshea) 2:14-15 staat geschreven: Daarom, zie, Ik zal haar verlokken, en haar naar de woestijn brengen, en behaaglijk tot haar spreken. En Ik zal haar vanaf daar haar wijngaarden geven, en de vallei van Achor [moeite] tot een deur van hoop: en zij zal daar zingen, zoals in de dagen van haar jeugd, en als ten dage toen zij uit de land van Egypte kwam.

In Ezechiël (Yechezekel) 20:34-36 staat geschreven: En Ik zal u uit de volken uitleiden, en zal u verzamelen uit de landen waarin gij verspreid zijt, met een sterke hand, en met een uitgestrekte arm [historische Pascha taal], en met uitgestorte woede. En Ik zal u in de wildernis van de volken brengen, en daar zal Ik uiteenzettingen houden met u aangezicht tot aangezicht. Net zoals Ik uiteenzettingen met uw vaderen hield in de woestijn van het land van Egypte, zo zal Ik uiteenzettingen met u houden, zegt de Here God.

Alle Gelovigen in Yeshua Werden Uit Egypte Verlost

Bij het doen van een Pesach Seder, wordt u geacht om uzelf te zien alsof u persoonlijk uit Egypte wordt verlost. In Exodus (Shemot) 13:8, is het bevolen dat u uw zoon zult tonen "op die dag [toekomst] zeggend: Dit wordt gedaan omwille van wat de Heer aan mij deed [verleden] toen ik [persoonlijk] uit de Egypte kwam." In 1 Kor. 10:1-4, herinnert de apostel Paulus (Rav Sha'ul) de volgelingen van Yeshua als Messias (Mashiach) eraan om de ingesteldheid te hebben dat zij en hun vaders uit Egypte werden verlost. In Exodus (Shemot) 15:1 zegt het: "Ik zal zingen" (toekomstig). Dit herinnert ons eraan dat er een toekomstige verlossing zal zijn die zoals de historische Egyptische verlossing zal zijn. Die verlosten in deze toekomstige verlossing zullen het lied van Mozes en het lied van het Lam zingen (Openbaring 15:3).

Ter Afsluiting over het Pascha (Pesach)

We kunnen zien dat de God van Israël het Pascha (Pesach) aan Zijn volk gaf, zodat we de dood van Yeshua op de paal/boom bij Zijn eerste komst zouden kunnen begrijpen, maar ook onze persoonlijke geestelijke redding in Yeshua van Farao en Egypte (die met satan [ha satan] wordt vergeleken en het koninkrijk van zonde en duisternis). Bovendien werd het historische Egyptische Pascha ook door de God van Israël gegeven, zodat we de toekomstige verlossing van Zijn volk (beide huizen van Israël die vandaag genoemd worden met de gemeenschap namen van christendom en jodendom) in het einde der dagen zouden kunnen begrijpen wanneer ze zullen terugkeren naar het land van Israël (m.n., de bergen van Israël of de Westelijke Jordaanoever). Deze verlossing zal plaatsvinden in het einde der dagen voorafgaand aan de komst van Koning Messias (Mashiach). Omwille van de historische bevrijding uit de slavernij van Egypte, ons persoonlijk heil in Yeshua als Messias (Mashiach) en onze toekomstige verlossing uit de ballingschap in de naties van de wereld en terugkeer naar het land van Israël in het einde der dagen, werd het Pascha (Pesach) door de rabbijnen de toepasselijke titel van "Feest van onze Vrijheid !!!" gegeven.


© 2016 Worlds Collide. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin