ONZE VIJANDEN VERACHTEN.
Het woord haten is een heel sterke uitdrukking, daarom is verachten een betere keuze. Maar soms moet verachting uitgroeien tot haat. Jezus leert dat wij onze vijanden liefhebben, maar als deze geheel bewapend op ons afkomt in een frontale aanval, dan is aanvallen beter dan omhelzen.
Als een land gedwongen wordt tot mobilisatie, dan worden de rekruten opgeleid in een trainingskamp en ze moeten leren om de vijand te zien als een verachtelijke bedreiging. Er is dan geen ruimte voor liefde of respect of tedere gevoelens. Verbroedering met de vijand resulteert in het inschakelen van de krijgsraad en ter dood veroordeling. Psalm 139:21-22 "Zou ik niet haten, HEERE! die U haten ? en verdriet hebben in degenen, die tegen U opstaan? 22 Ik haat hen met volkomen haat, tot vijanden zijn zij mij"
De vijf koningen die optrokken tegen Gibeo hadden moordlustige bedoelingen; zij waren witheet van woede en hadden een vurige haat tegen de Gibeonieten. Zij wilden hun allemaal afslachten en beroven en plunderen. Er was voor Jozua geen tijd om liefde te preken, hij was geen zendeling om zieltjes te winnen. Zijn taak was Gibeon te verdedigen en het gebied te veroveren dat God beloofd had aan hem te zullen geven. Psalm 67:1 "God zal opstaan, Zijn vijanden zullen verstrooid worden , en Zijn haters zullen van Zijn aangezicht vlieden."
Mensen zijn niet onze vijanden; deze vijf koningen vertegenwoordigen geestelijke machten die de wil, het verstand en de emoties van onze ziel uitdagen. Deze krachten proberen controle te krijgen over ons innerlijke wezen en zijn geen concurrenten of rivalen; het zijn vijanden. Zij moeten dan ook als dusdanig behandeld worden, anders zullen we er nooit in slagen hen te overwinnen en het gebied weer in te nemen dat zij aan ons bestuur weggenomen hadden. Wanneer je weet wat in iemands hart is kun je zijn of haar glimlach negeren en op je hoede zijn voor een komende aanval. We moeten niet de persoon haten, maar hetgeen hij of zij zegt of doet dat tegenover God niet juist is.
Jozua spoort zijn leger aan om de vijand te achtervolgen en hem te vernietigen als hij wegrent. Psalm 118:7 "De HERE is met mij, onder mijn helpers, daarom zal ik op mijn haters neerzien."
Verder het verhaal Jozua 10:16-18 "Maar die vijf koningen waren gevloden , en hadden zich verborgen in de spelonk bij Makkeda. 17 En aan Jozua werd geboodschapt, mits te zeggen: Die vijf koningen zijn gevonden , verborgen in de spelonk bij Makkeda. 18 Zo zeide Jozua: Wentelt grote stenen voor den mond der spelonk, en stelt mannen daarvoor om hen te bewaren."
De bovennatuurlijke handeling, hagelstenen, veroorzaakte niet alleen doden, maar bracht ook verwarring en de vijf koningen dachten alleen maar aan zichzelf. Jozua kijkt na hun gevangenschap neer op deze koningen. De vijand had wel moed om aan te vallen maar te laf om het einde van het gevecht af te wachten.
Het zal voor ons ook een heerlijke dag worden als we onze vijanden zien als lafaards. Christenen moeten ophouden zich te verdedigen in hun denken en moeten in de aanval gaan tegen jun tegenstanders. Jozua marcheerde de hele nacht door om een verrassingsaanval uit te voeren en TOEN sloot God zich bij hem aan in de strijd. Wij hoeven niet bang te zijn, als we hem weerstaan zal hij vluchten. (Jacobus 4:7) de vijand heeft geen verlangen om tegen Jezus te vechten, want hij kan niet winnen. Voer dus de frontale aanval uit en jaag hem zelf weg. Het is jouw denken. Toch?
Makkeda betekent: "iemand die schapen opspoort of plaats van de herders." Als Adonisedek wordt uitgedacht vlucht hij naar de plaats van de herders. Zo vluchten onze gedachten zich als ze worden uitgedaagd ook naar de plaats van verkeerd onderwijs. Deze koningen vluchten in ons geheugencircuit en wij horen ons zelf zeggen: "hoe zit het daarmee, of iemand heeft mij dit verteld en ik heb daar een boek over gelezen" Bij Makkeda wordt ons denken in de val gelokt, weg van de Waarheid. Jozua rolt nu stenen voor deze spelonk zodat mij kunnen afrekenen met de troepen en de leugens voordat wij afrekenen met de bron. Wij moeten beseffen dat er in ons hart een zuivering moet plaats vinden van alle leugentjes en elke misleiding. Eerst deze oplossen en dan de bron aanpakken. Wanneer de leiders zijn opgesloten kun de troepen beter aanpakken en met hun afrekenen.
Probeer niet eerst de grote dingen aan te pakken. Reken eerst één voor één met de kleine dingen af en de koningen zullen op de plaats der herders blijven totdat wij terugkeren.
Spreuken 8:13 "De vreze des HEEREN is, te haten het kwade, de hovaardigheid, en den hoogmoed, en den kwaden weg; Ik haat ook den mond der verkeerdheden." Jozua verachte de trots en arrogantie van deze vijf koningen en maakte hun handelen belachelijk. Hij waagde het zelfs om de zon te doen stilstaan om meer tijd te hebben om de vijanden te doden.
Efeze 4:26 zegt: "Wordt toornig, en zondigt niet ; de zon ga niet onder over uw toornigheid;" een nacht slaap als we uitgeput zijn, doet vaak de moed van gisteren verflauwen. Ga door met de vijand te achtervolgen totdat je toorn tegen hun hen verteerd heeft.
Jozua zei tegen zijn vermoeide soldaten in Jozua 10:19-20 "Maar staat gijlieden niet stil, jaagt uw vijanden achterna, en slaat hen in den staart; laat hen in hun steden niet komen; want de HEERE, uw God, heeft ze in uw hand gegeven. 20 En het geschiedde, toen Jozua en de kinderen Israëls geëindigd hadden hen met een zeer groten slag te slaan, totdat zij vernield waren, en dat de overgeblevenen , die van hen overgebleven waren, in de vaste steden gekomen waren;"
Eén ding moeten we beslist moeten doen als we de vijanden in het licht krijgen is er zoveel mogelijk van kant maken. Anders vluchten ze naar de versterkte steden die staan voor dogma's en leerstellingen. Vernietig de leugens en laat ons hart gezuiverd worden voordat deze vijanden een versterkte positie innemen en ze niet meer bewegen. Haal hen naar buiten in de open vlakten en je kunt hen uitroeien. Laat hen de versterkte steden binnengaan en Debir zal je met zijn praatjes in kringentjes laten lopen. (praten met Jehova's getuigen; ze beginnen altijd over iets anders. Veel mensen springen van de hak op de tak en blijven niet bij het aangepakte probleem)
Veel mensen verschuilen zich achter hun geloofsovertuigingen en hun ideeën en cultuur. Of mijn ouders deden dit ook zo, zo ben ik opgevoed. Een bepaald houding kan een versterkte burcht worden. Tradities zijn vaak dodelijk omdat de duivel ons daar in een wurggreep heeft.
Jozua was misschien ook van mening dat de weinigen die in de versterkte steden vluchten van geen betekenis waren, gezien de vele doden die ze reeds gemaakt hadden. Jozua 10:21 "Zo keerde al het volk tot Jozua in het leger, bij Makkeda, in vrede; niemand had zijn tong tegen de kinderen Israëls geroerd." Na twee hele dagen te hebben gevochten bracht Jozua de mensen terug naar een plaats waar voedsel, bescherming en onderwijs was. Niemand had zijn tong geroerd tegenover Israël. "De tong" is ons probleem. Wij spreken uit wat in onze ziel is. De mensen begonnen te beseffen als ze hun tong roerden tegen Israël, dat ze dan gedood werden. Dus verstopten ze zich en zwegen.
De duivel is er op uit om verdeeldheid te brengen, te vernietigen en schipbreuk en verwoesting te veroorzaken. Maar hij heeft op deze aarde menselijke vaten nodig door wie hij kan werken. Als hij iemand tong kan losmaken en hem of haar kan laten werken voor de verkeerde bron, dan kan hij een ravage aanrichten. Wij moeten het werk niet voor de duivel doen en laat ons niet ten nadele van andere christenen spreken.
Nadat ze gerust hadden, liet Jozua de vijf koningen naar hem toebrengen. Zij dachten dat ze misschien nu een lichte slavenarbeid moesten verrichten. Maar.... Jozua 10:22-25 "Daarna zeide Jozua: Opent den mond der spelonk, en brengt tot mij uit die vijf koningen, uit die spelonk. 23 Zij nu deden alzo, en brachten tot hem uit die vijf koningen, uit de spelonk: den koning van Jeruzalem, den koning van Hebron, den koning van Jarmuth, den koning van Lachis, den koning van Eglon. 24 En het geschiedde, als zij die koningen uitgebracht hadden tot Jozua, zo riep Jozua, al de mannen van Israel, en hij zeide tot de oversten des krijgsvolks , die met hem getogen waren: Treedt toe , zet uw voeten op de halzen dezer koningen. En zij traden toe, en zetten hun voeten op hun halzen. 25 Toen zeide Jozua tot hen: Vreest niet en ontzet u niet, zijt sterk en hebt goeden moed; want alzo zal de HEERE aan al uw vijanden doen, tegen dewelke gijlieden strijdt."
Jozua geeft de eer en de overwinning aan zijn aanvoerders. Zij moesten de zege voelen onder hun voet. Deze daad dit hen lachen om deze grote machten. Aan het einde van de Romeinen brief zei Paulus iets gelijksaardig. Romeinen 16:20 "En de God des vredes zal den satan haast onder uw voeten verpletteren . De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen."
Onze vijand zal ons niet blijven achtervolgen en wij zullen hem niet altijd hoeven te achtervolgen. Er komt een dag dat we onze voet op de nek kunnen zetten van de vijf vijanden van ons denken en dan kunnen we ons zelf uitroepen tot overwinnaars.
Jozua bracht de lichamen, nadat ze waren opgehangen, terug naar de spelonk die nu een permanent graf werd in plaats van een schuilplaats. Er was dus een grote zegen behaald, maar dit was nog niet het einde van de oorlog. Er was nog veel gebied dat veroverd moest worden en er waren ook nog meer koningen die verslagen moesten worden. Wij moeten er ons van bewust zijn dat na een grote overwinning, wij op onze hoede moeten zijn voor de subtiele aanval van andere koningen.