7. OGEN DIE ZIEN
- Efeze 1: 18
Efeze 1:18 "ik bid namelijk voor verlichte ogen uws verstands , opdat gij moogt weten, welke zij de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom zij der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen;"
Heb je ooit overwogen dat je hart ogen heeft? Zijn de ogen van je hart nog niet open? Als we wandelen in het geloof, waartoe we geroepen zijn, dan zal wat we zien met de ogen van ons hart reëler zijn dan dat wat we met onze natuurlijke ogen zien. De ogen van ons hart zijn de ogen van de Geest die ons in staat stelt duidelijker en verder te zien dan dat we met onze natuurlijke ogen zouden kunnen zien.
Paulus bid hier dat de geestelijke ogen van de gelovigen in Efeze mogen open gaan zodat ze kunnen zien wat de hoop is van roeping van Heer, niet die van hun, en wat de rijkdom is van de heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen; dus niet wat de glorie is van hun erfenis.
Een grote misleiding is de laatste jaren gekomen over vele mensen. Deze grote misleiding was de overschatting over wie we zijn in Christus in plaats van over wie Hij is in ons. Het sleutelwoord om deze misleiding te begrijpen is " overschatting. " het is niet nodig dat we weten hoe we genoemd worden als we in Christus zijn, maar echt geloof is niet gebouwd op het zien van wie wij zijn, maar door te zien wie Hij is. Echte visie is Hem zien, wie Hij is, en waar Hij nu zit. We zullen niet veranderd worden in Zijn glorie door te kijken naar wie wij zijn, maar door Hem te zien.
Zonder twijfel is er een hoge roeping in Christus. Toen Paulus de brief aan de Filippenzen schreef op het einde van zijn leven, bevestigt hij dat hij zijn roeping nog niet bereikt heeft. Hij was gewoon niet aan het spreken over redding, zoals hij gered was op de dag dat hij tot geloof kwam. Hij sprak daar over de hoge roeping. De schriften zijn duidelijk over het feit dat er niveaus van beloning zijn en niveaus van autoriteit die zullen geven worden in de hemel. Deze worden bepaald door onze gehoorzaamheid en geloof in dit leven. Sommigen zullen één stad krijgen, anderen vijf steden en weer anderen tien, enz.... daar zijn sommigen die aangeduid worden om aan Zijn rechter of aan Zijn linker hand te zitten.
In openbaring hoofdstuk 7 zien we een grote menigte die voor de troon staan, maar de overwinnaars van de kerk van Laodicea wordt belooft te zitten met Hem op Zijn troon. Vele grote christelijke leider verklaren dat het niet begrijpen van dit, de oorzaak is van de grootste zwakheid in de Gemeentes van vandaag. Wat we hier doen zal mee tellen voor de eeuwigheid. We moeten echter weten dat we onze hoge roeping niet zullen bereiken door de zoeken naar onze eigen beloningen, maar door toegewijd te zien hoe de Heer de beloning van Zijn erfenis ontvangt. De apostel Paulus kon niet weten wat hij in zijn leven bereikt had in relatie tot de hoge roeping, en ik denk dat dit een vraag is die we ons allemaal kunnen stellen. Paulus dacht niet dat hij het al bereikt had, waar staan wij dan? We staan daar waar hij ook stond, altijd maar doorgaan! Het is overduidelijk in de Bijbel, dat het cruciaal is om door te gaan tot het einde. Lopers in een wedstrijd zijn getraind om te lopen tot een lijn voorbij het eindpunt, zodat ze niet verslappen aan het einde. De eindstreep niet halen tijdens de wedren veroorzaakt dat we struikelen. Hoeveel grote mannen en vrouwen zijn er niet gestruikeld tegen het einde van hun leven.
Het merkpunt voorbij de finishlijn is niets minder dan de gelijkenis aan Christus. We zijn geroepen om te zoals Hem te zijn en de werken te doen die Hij deed. Wie op aarde heeft dit al bereikt? De meesten die claimen de " zonen van God " geleken op domme kleine kinderen die het pak van superman hadden aangedaan en dachten dat ze superman waren. Een openbaring hebben over de hoge roeping wil nog niet zeggen dat we het bereikt hebben. Iedere christen moet deze openbaring hebben en dat is ook duidelijk in de Schrift, maar de meesten hebben nog niet de " ogen van hun hart" geopend, zodat ze het kunnen zien.
God maakt ons duidelijk dat we niet hoeven te weten of we de hoge roeping in Hem al bereikt hebben op deze aarde. Als we zouden zien dat we deze bereikt hadden zouden we zo verteert worden door de Glorie van Jezus te zien dat we zelfs niet meer geïnteresseerd zouden zijn in wat we persoonlijk bereikt hadden. Het is om deze reden dat het openen van onze ogen van ons hart te maken heeft met het zien van Zijn Glorie, niet die van ons zelf.
De manier voor ons om de grote erfenis te bereiken is niet zo dat we ons er bezorgd over moet maken, maar dat we volledig toegewijd moeten zijn om te zien hoe onze Heer de beloning ontvangt voor Zijn offer. Als we kijken naar wat Hij voor ons gedaan heeft, namelijk al Zijn Glorie verlaten en naar de aarde komen, en een straat arm bestaan leven als een mens en dan op zo een gruwelijke wijze gekruisigd worden door Zijn eigen volk dat Hij kwam redden, wat zou iemand van ons in vergelijking kunnen doen?
Het is belangrijk dat we weten dat er een hoge roeping is. Nochtans zullen zij die daar voornamelijk op gefocust zijn hun weg verliezen, zij verliezen echte visie, en zullen struikelen over de dingen die hen zouden diskwalificeren voor deze hoge roeping. We kunnen alleen bereiken door Hem te zien, niet ons zelf. Laten we samen met Paulus bidden dat de ogen van ons hart mogen geopend zijn om Hem te zien, Zijn roeping en Zijn erfenis. Alleen dan dat zullen we alles duidelijk zien.