GEWOONTEN VERANDEREN? CHRISTELIJK LEVEN!
Gewoonten en het Christelijk leven.
Ik wil het hier hebben over de betekenis van het woord "gewoonten, gewoonte" in de zin van ergens aan gewend zijn. Iets doen dat we bijna altijd doen of iets dwangmatigs doen.
We zeggen dan dat sommige dingen doen een gewoonte is. Het kan ook de betekenis hebben van een ritueel uitvoeren.
Efeze 4:17-20 "Dit zeg ik dan en betuig ik in de Here, dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen, in de ijdelheid van hun denken , 18 verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst, om de verharding van hun hart. 19 Zij hebben zich immers in hun verdoving overgegeven aan de losbandigheid om gretig winst te slaan uit allerlei onreinheid.
Het woord "wandelen" geeft aan dat het hier ook gaat om goed gebruik te maken van de gelegenheden. Het is het doen van bepaalde gebruiken, gewoonten, die voortkomen uit een soort denken, gevoelens, voornemens en verlangens.
De heidenen wandelen volgens een verderfelijk denken; er is geen waarheid en het is vergankelijk. Omdat ze in de duisternis zijn handelen ze, wandelen ze in een schaamteloze brutaliteit om winst te slaan uit een losbandig leven.
20 "Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen."
Er is iets gebeurt in ons leven, want wij hebben Jezus Christus leren kennen. Paulus zegt hier eigenlijk dat er iets fundamenteels veranderd is in vergelijking met onze toestand toen we nog heidenen waren. We hebben "Iemand" leren kennen waardoor ons denken anders kan worden. Onze gewoontes, onze gevoelens en voornemens en verlangens zijn nu beïnvloed door de persoon "Christus" en daardoor mogen we niet meer wandelen zoals vroeger toen we Hem nog niet kenden. Wandelen heeft in de Bijbel ook de betekenis van leven; zijn leven regelen, zich gedragen
Toen we nog heidenen waren, was dat een tijd zonder Christus. Toen waren we nog in onze zonden, vervreemd van God en Zijn manier van leven die zichtbaar geworden is in Jezus Christus op aarde. Zijn ganse wandel werd bepaald door Zijn grote Liefde en afhankelijkheid van Zijn Vader. Hij deed alles wat de Vader Hem toonde en dit was altijd tot welzijn van de mens en tot eer en glorie van God.
Wij hebben deze Christus leren kennen. Door Zijn Bloed hebben wij de verlossing, namelijk de vergeving van onze overtredingen overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade. Deze onverdiende gunst, dit geschenk, heeft Hij ons overvloedig geschonken en daardoor zijn wij nu verzoent met God. Onze zonden zijn weggedaan, God ziet het Bloed, en daardoor is er geen veroordeling meer voor ons wandelen in de losbandigheid van ons denken.
20 Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen."
Wij waren dood door de overtredingen en de zonden waarin we wandelden. Maar nu zijn wij met Hem levend gemaakt, uit genade zijn we zalig geworden. Jezus heeft onze zonden op zich genomen en is in onze plaats gestorven, begraven en na drie dagen in het graf door God uit de doden opgewekt. Dit deed Hij uit liefde voor ons en nu zijn wij gerechtvaardigd door Hem. God is onze Vader geworden. Door geloof hebben de Geest ontvangen, die in ons woont, en waardoor wij uitroepen: " Abba, Vader". Dit is de Geest van het Zoonschap. Wij zijn broers en zuster geworden van Jezus Christus en door geloof zijn wij nu familie van de God der Liefde. Wij zijn uit God geboren en wandelen, leven, nu met Hem.
Wij zijn zalig geworden door het geloof en dat is niet uit ons zelf, het is een gave van God. Het is ook niet uit werken. Deze zaligheid is niet te verdienen door iets te doen, anders zouden we kunnen roemen en zeggen: " kijk eens wat ik bereikt heb!". Nee nee, wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God al van tevoren bereidt heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. Deze wandel houdt dus in dat we andere gewoontes, andere gebruiken, hebben dan vroeger en dat we anders denken en voelen en andere voornemens en verlangens uitspreken.
20 "Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen."
Wij zijn dus nu kinderen van God. Maar wordt onze wandel, onze gewoontes, nu automatisch veranderd? Moeten we deze "nieuwe" manier van leven zelf veranderen of zijn we nu opeens "Heiligen?"
Jezus heeft door onze zonden op Zich te nemen en Zijn leven vrijwillig af te leggen, ons met God verzoend en geeft ons nu de mogelijkheid om een ander leven te leiden dan toen we Hem nog niet kenden. Paulus zegt in de brief aan de Filippensen dat we een gezindheid, een denken, dienen te ontwikkelen die in Christus Jezus was. Die niet meer aan zichzelf denkt, maar we moeten worden als iemand alleen nog leeft voor God.
Jezus riep aan het kruis uit, voordat Hij de Geest terug gaf aan God: " Het is volbracht." Zijn taak om ons te rechtvaardigen was af. Het is nu aan ons om met God samen te werken en een leven te leiden dat een zoon waardig is. Maar Jezus heeft ons niet als wezen achtergelaten toen Hij opvoer naar de hemel! Hij heeft Zijn Geest over ons uitgestort, zodat we kracht zouden hebben om in Zijn voorbereide werken te wandelen.
Is dat niet fantastisch! Wij wandelden vroeger volgens de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid en waarin wij voorheen ook verkeerden, in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en van de gedachten te doen. Wij waren van nature kinderen van de toorn. Maar God is zo rijk aan barmhartigheid en Hij heeft ons door Zijn grote liefde en genade met Christus levend gemaakt. Wij zijn een nieuwe schepping geworden, burgers van de hemel waar Jezus Christus nu al is. Johannes zegt in zijn eerste brief dat zoals Jezus Christus is aan de rechterhand van God, zo zijn ook wij op deze aarde. Vol van liefde en goedertierenheid en rechtvaardigheid en van zelfbeheersing en... Ik Ben!
Hij wil door ons en in ons leven, maar mij moeten het wel zelf willen. Er is de belofte dat we het zelf niet moeten doen, want Hij geeft ons de kracht om het te doen. Zo hebben we dus goede moed en wij willen samen met Hem andere gedachten en gewoontes ontwikkelen die de naam van de Eeuwige zullen verheerlijken? De bedoeling van onze hemelse vader is dat Jezus Christus volledig zichtbaar wordt door onze wandel, onze nieuwe manier van leven.
Paulus zegt dat we niet moeten wandelen als vijanden van het kruis, maar wees "mijn navolgers" zegt hij, en houd u oog gericht op hen die ook zo wandelen zoals u ons tot voorbeeld hebt.Dit zeg ik dan en betuig ik in de Here, dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen....
"Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen."
Romeinen 12:1-2 "Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehaaglijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst.
2 En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehaaglijke en volmaakte wil van God zij. "
Paulus bid voor ons:
- Stel uw lichamen...(aanbieden)
- Wordt niet gelijkvormig....(zich vormen , gedachten en karakter, naar het voorbeeld van een ander)
- Wordt veranderd in de vernieuwing van uw denken...(van gedaante verander, metafoor)
- En proef...(na onderzoek als echt erkennen, goedkeuren, waardig achten)
Wij moeten dit willen en dan moeten we iets ondernemen. Wij moeten de verlossing van onze zielen uitwerken. Filippensen 2:12-13 "Alzo dan, mijn geliefden, gelijk gij te allen tijd gehoorzaam geweest zijt, niet als in mijn tegenwoordigheid alleen, maar veelmeer nu in mijn afwezen , werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven(uw behoudenis uitwerken met vreze en beven,): 13 Want het is God, Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen. "
Het komt dus niet van zelf! Om een wedren te winnen moeten we lopen om de eerste te zijn. Jezus zegt herhaaldelijk in de brief Openbaring dat wie volhard, wie overwint, die zal Ik...
We doen dit uit liefde en dankbaarheid voor Hem die ons gekocht en betaald heeft met het kostbaar bloed van Zijn Zoon. Wij doen dit niet om bij Hem in de gunst te komen of om eeuwig leven te verwerven! Want dat hebben we al verkregen door Zijn genade. Zijn genade voorziet in de liefde en de kracht om dit te doen.
Welk nieuw levenswandel moeten we nu aanleren?
Welke nieuwe gewoonten gaan we ontwikkelen zodat onze Hemelse Vader en zijn Zoon Jezus Christus verheerlijkt worden.
Door welke nieuwe gezindheid ga ik proeven van de volmaakte wil van God? En ... hoe doe ik dat?
Efeze 4:22-32 "dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, .....
1) de oude mens aflegt (wegleggen, wegbergen), die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten,
2) dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken,
3) en de nieuwe mens aandoet ((in kleding) verzinken, aandoen, zich kleden in), die naar de wil van God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.
- Legt daarom de leugen af (wegleggen, wegbergen)
- en spreekt waarheid, ieder met zijn naaste , omdat wij leden zijn van elkander.
- Geraakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan;
- en geeft de duivel geen voet .
- Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne zich liever in om met zijn handen goed werk te verrichten, opdat hij iets kan mededelen aan de behoeftige.
- Geen liederlijk woord kome uit uw mond,
- maar als gij een goed woord hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen .
- En bedroeft(1) bedroeven, bedroefd maken 2) pijn doen, leed doen 3) kwetsen, grieven 4) verontrusten, hinderen) de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing.
- Alle bitterheid, gramschap, toorn , getier en gevloek worde uit uw midden gebannen, evenals alle kwaadaardigheid.
- Maar weest jegens elkander vriendelijk,
- barmhartig,
- elkander vergevend ,
- zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft.
Dit zijn allemaal handelingen om te doen. Dit kost een inspanning en vergt ook moed, want wat gaan de mensen zeggen als ik zo veranderd ben?
Efeze 5:15-21 "Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt,
1) niet als onwijze,
2) doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad.
Weest daarom niet onverstandig, maar tracht te verstaan, wat de wil des Heren is.
- En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is,
- maar wordt vervuld met de Geest,
- en spreekt onder elkander in psalmen,
- lofzangen en
- geestelijke liederen,
- en zingt en jubelt de Here van harte,
- dankt te allen tijde in de naam van onze Here Jezus Christus God, de Vader, voor alles,
- en weest elkander onderdanig in de vreze van Christus.
Efeze 5:1-14 "Zijt dan navolgers Gods, als geliefde kinderen;
- En wandelt in de liefde, gelijkerwijs ook Christus ons liefgehad heeft, en Zichzelven voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk.
* Maar hoererij en
* alle onreinigheid,
* of gierigheid, laat ook onder u niet genoemd worden, gelijkerwijs het den heiligen betaamt,
* Noch oneerbaarheid,
* noch zot geklap,
* of gekkernij, welke niet betamen; maar veelmeer dankzegging.
5 Want dit weet gij, dat geen hoereerder, of onreine, of gierigaard, die een afgodendienaar is, erfenis heeft in het Koninkrijk van Christus en van God. 6 Dat u niemand verleide met ijdele woorden; want om deze dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid. 7 Zo zijt dan hun medegenoten niet .
- Want gij waart eertijds duisternis,
- maar nu zijt gij licht in den Heere;
- wandelt als kinderen des lichts.
(Want de vrucht des Geestes is in alle goedigheid, en rechtvaardigheid, en waarheid),
Galaten 5:22 "Maar de vrucht van de Geest is
* liefde, (broederlijke liefde, genegenheid, het goedgezind zijn, liefde, welwillendheid)
* blijdschap,
* vrede, (van het geloof, de toestand van rust in een ziel, verzekerd door het behoud in Christus, en dus zonder vrees voor God en tevreden met zijn aardse lot, van hoedanige aard dat ook is)
* lankmoedigheid,(geduld, lijdzaamheid, volharding, doorzetten, niet snel om onrecht te wreken)
* vriendelijkheid, (bruikbare, goede dingen of daden)
* goedheid, (oprechtheid van hart en leven, goedheid, vriendelijkheid)
* trouw,
* zachtmoedigheid ,
* zelfbeheersing. (de deugd van iemand die zijn verlangens en hartstochten in de hand houdt)
- Beproevende wat den Heere welbehagelijk zij.
- En hebt geen gemeenschap met de onvruchtbare werken der duisternis, maar bestraft ze ook veeleer. Want hetgeen heimelijk van hen geschiedt , is schandelijk ook te zeggen . Maar al deze dingen, van het licht bestraft zijnde, worden openbaar; want al wat openbaar maakt, is licht.
Galaten 5:19-20 "Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn:
. hoererij,
. onreinheid,
. losbandigheid,
. afgoderij,
. toverij,
. veten,
. twist,
. afgunst,
. uitbarstingen van toorn,
. zelfzucht,
. tweedracht,
. partijschappen,
. nijd,
. dronkenschap,
. brasserijen
. en dergelijke...."
Daarom zegt Hij: Ontwaakt, gij, die slaapt, en staat op uit de doden; wordt wakker en Christus zal over u lichten.
Paulus zegt verder in Fillipensen 4 dat we in geen ding bezorgd moeten zijn; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God. En verder zegt hij om te doen wat wij geleerd en ontvangen en gehoord en gezien hebben van hem en de God des vredes zal met u zijn.
- al wat waarachtig is ,
- al wat eerlijk is,
- al wat rechtvaardig is,
- al wat rein is,
- al wat liefelijk is,
- al wat wel luidt,
- zo er enige deugd is, en zo er enige lof is, bedenkt dat ;
- Verblijdt u in den Heere te allen tijd ; wederom zeg ik: Verblijdt u.
- Uw vriendelijkheid zij allen mensen bekend .
Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft. Halleluja ! De Heere is nabij.
Wij kunnen deze nieuw levenswandel ontwikkelen omdat Jezus Christus ons kracht geeft om het te doen. En wij houden zoveel van Hem dat we deze nieuwe dingen graag doen.
God wil dat wij vervuld worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk verstand en dat wij waardig mogen wandelen, leven, en Hem in alles mogen behagen en in alle goede werken vrucht dragen en mogen groeien in de kennis van God.
Paulus leert ons verder in de Colossenzen brief dat als we Jezus Christus aanvaard hebben, als Heer, wandel dan in Hem. We moeten wortel krijgen in Hem en dan zullen opgebouwd worden en vrucht dragen en bevestigd worden in het geloof. En dan zullen we natuurlijk overvloeien van dankzegging.
In Jezus Christus woont de volheid van God lichamelijk en wij hebben deze volheid verkregen in Hem. Hij is het hoofd van alle overheid en macht. Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd. En wij kunnen deze weerstaan in Zijn kracht en genade en doorgaan met hem welgevallig te zijn.
Er zal steeds een strijd gaande zijn in de innerlijke mens. Als wij het goede willen doen stellen we vast dat het kwade aanwezig is, zodat wij niet doen wat we willen. En zeer dikwijls als wij het goede willen doen werken we het kwade uit. Paulus zelf roept uit: " wie zal mij verlossen uit dit lichaam des doods? Gode zij dank Jezus Christus"
Het voelt aan alsof er twee honden in mij leven zei iemand; een zwarte en een witte en beiden willen winnen. En welke hond wint dan de strijd vroeg zijn vriend en hij antwoordde: "die hond die ik het meeste eten geef".
Paulus leert ons ook om:
- toe te zien dat niemand ons meesleept door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus.
- Laat niemand u de prijs doen missen door gewilde nederigheid. In Christus achten wij met blijdschap de andere meer dan ons zelf.
En dan komt een grote uitdaging waar we met veel enthousiasme aan zullen beginnen.
- Indien gij met Christus afgestorven zijt aan de wereldgeesten, waartoe laat gij u, alsof gij in de wereld leefde, geboden opleggen:
. raak niet,
. smaak niet,
. roer niet aan; dit zijn voorschriften leringen van mensen
- Indien gij dan met Christus opgewekt zijt ,
- zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods.
- Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn.
- Doodt dan de leden, die op de aarde zijn:
* hoererij,
* onreinheid,
* hartstocht ,
* boze begeerte
* en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij, om welke dingen de toorn Gods komt daar hebben wij vroeger in gewandeld, toen we er in leefden, maar nu moeten wij dat allemaal wegdoen, want wij hebben Christus leren kennen:
° Toorn,
° heftigheid,
° kwaadaardigheid,
° laster en
° vuile taal uit uw mond.
° Liegt niet meer tegen elkander,
Want gij hebt de oude mens met zijn praktijken afgelegd en gij hebt de nieuwe mens aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper, maar het is nog niet gedaan.
- Doet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden,
° innerlijke ontferming,
° goedheid, nederigheid ,
° zachtmoedigheid en
° geduld.
- Verdraagt elkander en vergeeft elkander, indien de een tegen de ander een grief heeft; gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij evenzo.
- En doet bij dit alles de liefde aan, als de band der volmaaktheid.
Ja, wij zijn gered door genade en aan deze verlossing kunnen we niets toevoegen. God krijgt alle eer en Zijn Zoon Jezus Christus is te prijzen. Halleluja! Maar de broer van onze Heer Jezus Christus, Jacobus, zegt dat geloof zonder werken dood is. Wie wijs en verstandig onder u toont uit zijn goede wandel zijn werken met wijze zachtmoedigheid. De liefde van God is geen "maakwerk", ze is zijn wezen zelf. Als wij de heilige Geest ontvangen, verenigt Hij ons met God, zodat Zijn liefde in ons geopenbaard wordt. Als de ziel met God verenigd is doordat de heilige Geest in ons woont, is daarmee nog niet het einddoel bereikt. We moeten veranderd worden in ons denken. En onze geest, door de inwonende Heilige Geest, wil onze ziel redden en onze wil in overeenstemming brengen met Gods wil, en onze emoties in gemeenschap met Hem. "Niet mijn wil geschiedde, maar Zijn wil. Ik doe niets meer wat de Vader mij niet heeft laten zien" Dit is onze eigen keuze en wordt niet door God opgedrongen, maar de Heer blijft vragen of we Hem liefhebben.
Het einddoel is dat wij evenals Jezus één met de Vader worden. Hoe was die eenheid van Jezus Christus met de Vader? Ze bestond hierin dat de Vader Hem naar de aarde zond om zich voor ons over te geven. Hij zegt dan tegen ons: 'Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit'. Wij zijn door het offer van Jezus voor onze zonden, en Zijn opstanding uit de doden, burgers geworden van Zijn koninkrijk in de hemelen en door nog lichamelijk op deze aarde te verblijven zijn we ambassadeurs van dit Koninkrijk. We zoeken en bedenken dus de dingen die boven zijn en niet de dingen hier op aarde.
Ik heb al benadrukt dat we soms nog het verkeerde doen. De zonde staat ook mij nog ligt in de weg en de duivel, de overste van deze wereld, maakt daar dankbaar gebruik van om mij aan te klagen bij God. Hij probeert mij schuldgevoelens te geven en zegt dat ik niet zal slagen. Hij probeert angst te veroorzaken en mij onzeker te maken, zodat ik nog meer fouten maak.
Als ik fouten maak, dan zal de Satan mij natuurlijk wijzen op het verleden en mij laten zien dat ik onmogelijk kan veranderen. Want toen en toen heb je die zonde ook begaan en nu zal het ook wel mis gaan. Ik geef hem dan gelijk en zeg dat ik over deze fout berouw heb en dat ik met Gods kracht opnieuw begin. Berouw tonen betekent gewoon van gedachten veranderen. Ik bedenk de dingen die boven zijn en ik doe dit zolang totdat satan niets meer in mij vind. Ik heb een Hogepriester in het Heiligdom in de hemel en die met Zijn bloed mijn zonde verzoent en die mij reinigt van alle ongerechtigheid, telkens opnieuw totdat de zonde overwonnen is.
Satan zegt dat ik het niet kan en Jezus Christus zegt dat Hij de satan en de wereld overwonnen heeft en dat ik een beloftevolle toekomst heb. Wie geloof ik?
Leidt mij niet in verzoeking Heer en verlos mij van het kwade....